Collectie brandweermuseum Voorschoten

Veiligheidslaars gemaakt van rubber. De zool en de neus zijn voorzien van een staal. Veiligheidsklasse 5.

Veiligheidsgordel van leer met gespsluiting met haak en touwlus.
De gordel werd over de blusjas gedragen. Hier kon men hulpmiddelen als touw en een bijl aan hangen

Veiligheidsgordel van canvas met valbeveiliging annex zekering. Deze zekering is een kort stuk touw met haak die ergens aan gezekerd moest worden. Het is geen gordel om hulpmiddelen aan te hangen.

Veiligheids handschoenen van leer

Veiligheids handschoenen geheel uit leer.

Van deze blusser is slechts bekend dat het een schuimblusser is met een inhoud van 9 liter.

Stuk gereedschap of toestel voor het onderzoeken van de temperatuur van hooiopslag i.v.m. broei. Het ijzer bestaat uit een metalen punt met thermometer en verlengstokken. Zo kon men in het midden van de hooiberg de temperatuur meten.

Slangophouders worden gebruikt om het gewicht van brandslangen te dragen op grote hoogte. De slangophouder wordt om de brandslang gedaan en middels de haak aan bv. een dakgoot gehangen. Zo wordt voorkomen dat een slang naar beneden gaat door de zwaartekracht.

Schuimblusser met slagpin, zonder slang. De inhoud bedraagt 9 liter.

Schuimblusser met ophanger. Dit brandblus apparaat was niet geschikt voor gas-, vloeistof- en electriciteitsbranden.

In de Elipse staat: Rangnummer 39, B = Besluit Draagbare Blustoestellen, 41 = 1941, B.Z. = Binnenlandse Zaken.